Nieuwe vuistregels voor een beweegvriendelijke en toegankelijke openbare ruimte
Nederland verdicht in hoog tempo en dat zet de ruimte voor bewegen, spelen en ontmoeten onder druk. Om gemeenten en ontwerpers houvast te geven, heeft het RIVM nieuwe vuistregels voor een beweegvriendelijke openbare ruimte ontwikkeld. Deze regels helpen bij het maken van afwegingen in omgevingsvisies en -plannen, met aandacht voor bereikbaarheid, spreiding en kwaliteit – waaronder toegankelijkheid.
Een belangrijke richtlijn is dat minimaal 25% van de openbare buitenruimte op buurtniveau nodig is om bewegen voldoende te faciliteren. Uit onderzoek blijkt dat bewoners van buurten die aan deze norm voldoen, significant vaker voldoen aan de beweegrichtlijnen. De richtlijn is gebaseerd op data en getoetst in workshops met gemeenten en ontwerpers.
Naast deze ruimtenorm zijn er nieuwe vuistregels voor afstanden tot voorzieningen. Zo moet er binnen 200 meter een speelplek zijn voor kinderen tot 12 jaar en binnen 400 meter een speel- of sportplek voor jongeren en volwassenen. Ook is toegankelijk beweeggroen belangrijk: elke woning zou binnen 300 meter toegang moeten hebben tot minimaal één hectare aaneengesloten groen. Voor dagelijkse voorzieningen, zoals een supermarkt, huisarts en ov-halte, geldt een maximale afstand van 800 meter.
Ook voor groen zijn vuistregels opgesteld, zoals zicht op groen vanuit iedere woning, voldoende boomkroonbedekking voor schaduw en een park op maximaal 300 meter afstand. Deze elementen dragen bij aan gezondheid, comfort en inclusiviteit van de openbare ruimte.
De vuistregels maken deel uit van een breder kader, waarin naast ruimte ook kwaliteit en ontwerp centraal staan. Ze bieden concrete handvatten om bewegen en ontmoeten voor iedereen – jong en oud, met of zonder beperking – beter mogelijk te maken.
De oorspronkelijke versie van dit artikel is te lezen allesoversport.nl
