Onderzoek rond toegankelijke stoepen en straten gepubliceerd: lokale acties cruciaal
Een recent verschenen artikel in het tijdschrift Laws toont aan dat de toegankelijkheid van Nederlandse openbare ruimte voor mensen met een beperking nog altijd onder druk staat. Onderzoekers Dick Houtzager en Edwin Luitzen De Vos concluderen dat de wet- en regelgeving op nationaal niveau tekortschiet, en dat vooral op lokaal niveau de grootste verbeteringen mogelijk zijn. Gelukkig vinden deze ook plaats.
Nationale ambities versus lokale praktijk
Het onderzoek bespreekt de juridische kaders voor toegankelijkheid, waaronder het VN-verdrag handicap en de recente grondwetswijziging die discriminatie op grond van beperking verbiedt. Toch blijken deze kaders in de praktijk beperkt effectief: de uitvoering hangt sterk af van gemeentelijke inzet en beleid. Er zijn grote verschillen tussen gemeenten in hoe zij omgaan met obstakels op voetpaden en straten, zoals verkeerd geplaatste fietsen, terrassen of paaltjes.
Casestudies: Utrecht en Almere
Aan de hand van casestudies in Utrecht en Almere laten de auteurs zien hoe fysieke barrières in de straat daadwerkelijk de mobiliteit en participatie van mensen met een beperking beperken. Zelfs kleine obstakels kunnen ertoe leiden dat mensen met een beperking uit onzekerheid of onveiligheid hun bewegingsvrijheid beperken. De betrokkenheid van ervaringsdeskundigen bij het lokale ontwerp en beheerbeleid is van groot belang om hier verbetering in te brengen.
Lokaal initiatief werkt
Het artikel belicht hoe burgers en belangenorganisaties via lokale acties, zoals meldpunten, toegankelijkheidsscans of directe dialoog met beleidsmakers, met succes de aandacht vestigen op obstakels en bijdragen aan toegankelijker beleid. Dit sluit aan bij het bredere Inclusive Public Space Project van de Universiteit van Leeds, waaraan Nederland sinds 2019 deelneemt.
Bekijk het volledige artikel via open access. Let op, het artikel is in het Engels geschreven.