Werkagenda VN-verdrag Handicap gepresenteerd: belangrijke stap, maar zorgen over uitvoerbaarheid
De onlangs gepubliceerde Werkagenda VN-verdrag handicap 2025–2030 is een belangrijke mijlpaal voor de positie van mensen met een beperking in Nederland. Dat stelt het College voor de Rechten van de Mens naar aanleiding van een werkbezoek van staatssecretaris Nicki Pouw-Verweij op 21 juli. Tijdens het bezoek sprak het College zijn waardering uit voor de rijksbrede insteek van de werkagenda, maar deelde ook kritische kanttekeningen.
“De werkagenda is een mijlpaal, maar nog niet alle verdragsartikelen zijn meegenomen,” aldus voorzitter Nico Schrijver. “We missen concreetheid en structurele borging, vooral als het gaat om meetbaarheid en betrokkenheid van ervaringsdeskundigen.”
Wat zijn de zorgen?
Het College signaleert onder meer dat:
- Niet alle mensenrechtenverplichtingen uit het verdrag zijn uitgewerkt in concrete, toetsbare acties.
- Een duidelijk monitoringmechanisme ontbreekt, waardoor moeilijk te volgen is of en hoe voortgang wordt geboekt.
- Betrokkenheid van mensen met een beperking en hun vertegenwoordigers nog niet structureel geregeld is, terwijl dit een kernverplichting uit het verdrag is.
- Een plan om invulling te geven aan VN-aanbevelingen van het internationale toezichtcomité nog niet is opgenomen.
De werkagenda wordt op 9 september 2025 besproken in de Tweede Kamer. Het College geeft aan de agenda deze zomer verder te analyseren en de Kamer van gerichte input te voorzien.
Lees hier het volledige nieuwsbericht van het College voor de Rechten van de Mens