Nieuwsbericht

Overstappen op de trein die klaarstaat aan de andere kant van het perron? Helaas een half uur wachten

Profielfoto van Kennisplatform CROW
21 maart 2023 | 3 minuten lezen

Het College Rechten van de Mens bericht over een vraag van een man met een beperking die aangewezen is op NS reisassistentie. Dit levert bij overstap onnodige vertraging op. Discrimineert de NS hiermee reizigers met een beperking? 

Wie hulp nodig heeft bij het reizen met de trein, kan bij NS reisassistentie aanvragen. Dat moet minimaal een uur van tevoren. En als je moet overstappen, rekent NS minimaal tien minuten voor de overstap. Ook als de trein waarin je mee wilt aan de overkant van het perron staat te wachten. Voor een man in een rolstoel betekende dat dat hij een half uur extra moest wachten op de volgende trein. Hij vroeg het College of hij werd gediscrimineerd vanwege zijn handicap. Het antwoord: ja. 

Wat is er aan de hand?

Vanwege zijn mobiliteitsbeperkingen gebruikt de man een rolstoel. Bij zijn reis van Enschede naar Utrecht had hij reisassistentie nodig, wat hij aanvroeg via NS Reisassistentie. Omdat er mensen naar het perron van de aankomende en vertrekkende trein moeten komen met een zogenoemde brug, hield NS een bepaalde tijd aan voor zijn overstap in Amersfoort. De man is behendig met zijn rolstoel en gaf aan gemakkelijk van de ene trein naar de andere trein te kunnen komen binnen de reguliere overstaptijd van een paar minuten. Dit omdat de trein naar Utrecht aan de andere kant van hetzelfde perron stond als de trein uit Enschede. Maar omdat NS een minimum overstaptijd aanhoudt van tien minuten, zag de man zijn trein naar Utrecht zonder hem vertrekken. Hij moest een half uur wachten op de volgende. 

Behalve het minimum van tien minuten voor het overstappen, vindt de man dat een vooraanmeldtijd van een uur niet nodig is. Als hij in Groot-Brittannië zonder vooraanmelding naar een treinstation gaat, wordt hij onmiddellijk geholpen (‘turn up and go’), ook in kleine dorpjes. De conducteur vraagt wat hij nodig heeft en assisteert hem vervolgens. Hij begrijpt dat reisassistentie zonder vooraanmelding in Nederland niet onmiddellijk kan, maar hij vindt wel dat NS hiernaartoe zou moeten werken. 

Volgens NS gelden deze regels, de aanmeldtijd van een uur voor die reisassistentie en de overstaptijd van minimaal tien minuten, om de hulp bij het reizen betrouwbaar en veilig aan te kunnen bieden.  

Discriminatie?

In de gelijkebehandelingswetgeving staat dat aanbieders van goederen en diensten, zoals NS, geleidelijk moeten zorgen voor de algemene toegankelijkheid voor personen met een handicap of chronische ziekte, tenzij dat onevenredig belastend is. Om de toegankelijkheid van het treinreizen te verbeteren, doet NS aanpassingen aan treinen. Omdat het lang duurt voordat de aanpassingen zijn gedaan, biedt NS ook reisassistentie aan.  NS heeft negen jaar geleden onderzoek gedaan naar de wensen van haar klanten met betrekking tot de vooraanmeldtijd en daarna niet meer. Ook heeft NS onderzoek gedaan naar de vooraanmeldtijd, maar de gegevens daarvan niet aan het College verstrekt. Daarom oordeelt het College dat de man is gediscrimineerd op grond van zijn handicap, omdat NS onvoldoende heeft voldaan aan de zorg voor de algemene toegankelijkheid voor personen met een handicap. 

VN-verdrag handicap

Behalve in de gelijkebehandelingswetgeving, waaraan het College toetst of er is gediscrimineerd, staan de rechten van mensen met een beperking in het VN-verdrag handicap. Het College houdt toezicht op de uitvoering van dit verdrag. In het VN-verdrag handicap staat dat de overheid ervoor moet zorgen dat mensen met een beperking, net als ieder ander, mee kunnen doen aan de samenleving. Het recht op persoonlijke mobiliteit is hier een belangrijk onderdeel van. Dit is het recht om zo zelfstandig mogelijk van A naar B te kunnen. Hier hebben mensen met een beperking soms hulp bij nodig. Ook is het volgens het VN-verdrag belangrijk dat er maatwerk wordt geleverd en dat daarin voldoende rekening wordt gehouden met individuele wensen en benodigdheden.  

Zowel de Rijksoverheid als lokale overheden zijn verplicht om het recht op persoonlijke mobiliteit te realiseren. Ze moeten er ook voor zorgen dat private partijen die diensten verlenen die voor het publiek bedoeld zijn, zoals het openbaar vervoer, rekening houden met de toegankelijkheid voor mensen met een beperking. Private partijen hebben zelf ook verplichtingen. In de wet gelijke behandeling handicap of chronische ziekte (Wgbh/cz) staat dat bedrijven en organisaties geleidelijk zorg moeten dragen voor de algemene toegankelijkheid voor personen met een handicap of chronische ziekte, tenzij dat een onevenredige belasting vormt.  

Lees het volledige oordeel 2023-26 op mensenrechten.nl.