Groningen werkt aan fysiek en sociaal toegankelijke buurten via Europese samenwerking

In de provincie Groningen werken bewoners, onderzoekers en beleidsmakers samen aan het verbeteren van de fysieke en sociale toegankelijkheid van buurten. Dit gebeurt binnen het Europese samenwerkingsproject AccessCity4All, waarin vijf regio’s kennis en ervaringen uitwisselen over toegankelijkheid als onderdeel van mobiliteitsbeleid.

Waar mobiliteit vaak wordt benaderd als de vraag hoe mensen zich verplaatsen van A naar B, legt AccessCity4All de nadruk op toegankelijkheid: kunnen mensen daadwerkelijk deelnemen aan het dagelijks leven? Daarbij gaat het niet alleen om infrastructuur, maar ook om hoe bewoners hun omgeving ervaren. Voelen zij zich veilig, welkom en verbonden?

Om dit in beeld te brengen zijn in Groningen zogenoemde Walk-Along-Interviews uitgevoerd. Onderzoekers liepen mee met onder andere senioren en gezinnen met jonge kinderen en gingen onderweg in gesprek over obstakels, routes en voorzieningen. Uit deze gesprekken blijkt dat toegankelijkheid meer is dan praktische bereikbaarheid. Voorzieningen zoals supermarkten en scholen hebben ook een belangrijke sociale en emotionele waarde, vooral in dorpen waar weinig alternatieven zijn.

Het project onderscheidt drie dimensies van toegankelijkheid:

• berekende toegang (zoals reistijd en routes)
• ervaren toegang (hoe bewoners bereikbaarheid beleven)
• feitelijke toegang (daadwerkelijk reisgedrag)

Door deze te combineren ontstaat een rijk beeld van knelpunten en kansen. De aanpak laat zien dat maatwerk nodig is: verschillen tussen buurten en bewonersgroepen vragen om gerichte oplossingen. Denk aan aanpassingen in straatinrichting, het wegnemen van obstakels op trottoirs en het inzetten van participatie en data.

Het oorspronkelijke artikel is te lezen op platform31