Nieuwsbericht

Debat Tweede Kamer over uitvoering VN-verdrag Handicap: belangenorganisaties en VNG kritisch

16 september 2025 | 1 minuut lezen

Op 9 september sprak de Tweede Kamer over de uitvoering van het VN-verdrag Handicap en de daarbij horende Werkagenda 2025-2030. Zowel belangenorganisaties van mensen met een beperking, onder aanvoering van Ieder(in) als de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) leverden kritische inbreng.

Belangenorganisaties: meer ambitie en middelen nodig

Namens vijftig organisaties bood Ieder(in) de Kamerleden een dringende oproep aan om de werkagenda ambitieuzer en toekomstbestendiger te maken. Volgens de belangenorganisaties bevat de agenda te veel bestaand beleid en ontbreekt nieuw budget om de doelstellingen voor 2040 te halen. Ook constateren zij dat aanbevelingen van het VN-comité grotendeels buiten beschouwing zijn gelaten en dat er geen aanvullende aanpak is uitgewerkt.

Daarnaast benadrukt Ieder(in) dat de inbreng van mensen met een beperking in de voorbereidende fases onvoldoende zichtbaar terugkomt. Structurele betrokkenheid bij de uitvoering, evaluatie en monitoring van de werkagenda ontbreekt nog. Ook waarschuwen de organisaties dat de positie van mensen met een beperking niet mag verslechteren door nieuwe wetgeving. 

VNG: uitvoerbaarheid en financiering cruciaal

De VNG staat in principe positief tegenover de Werkagenda 2025-2030, maar stelt drie duidelijke voorwaarden. Allereerst de financiën: van de beschikbare € 920 miljoen is het grootste deel afkomstig uit bestaande budgetten, verspreid over zeven ministeries. Volgens de VNG kan dit de ruimte voor nieuwe maatregelen beperken. Ten tweede vraagt de VNG aandacht voor de inhoud van de agenda, met name de aangekondigde verkenning naar 'gemeentelijke verschillen'. Tot slot pleit de VNG nadrukkelijk voor een Uitvoeringstoets Decentrale Overheden (UDO) bij elke maatregel. Daarmee moet worden geborgd dat gemeenten de afspraken praktisch en haalbaar kunnen uitvoeren.

Meer informatie