Nieuwsbericht

Blog | Bij design for all is niemand meer gehandicapt

Profielfoto van Kennisplatform CROW
17 februari 2023 | 2 minuten lezen

Gemeenten, provincies en rijksoverheid moeten aan de slag met het VN-verdrag Handicap. Een uitdaging, want voor blijvende verandering moet je anders kijken, denken en doen. April Ranshuijsen, adviseur en projectleider inclusie bij BMC Advies, inzicht in drie belangrijke randvoorwaarden. Deze blog gaat over het begrip ‘design voor all’, ofwel een maatschappij waarin de tweedeling tussen gehandicapt of niet gehandicapt helemaal niet hoeft te bestaan.

Hoewel het voor velen van ons alweer lang geleden lijkt, weten we het allemaal nog: coronatijd. Gezellig bij vrienden op bezoek, cultuur opsnuiven in een museum of theater of bijkletsen met je collega’s, kon niet meer. Wat overbleef: een wandeling, op anderhalve meter afstand van elkaar. Nu alles sinds maart 2022 weer open is, genieten we weer als vanouds met volle teugen van het leven. De vanzelfsprekendheid van overal kunnen gaan en staan is terug. Het doet ons zichtbaar goed.

Iedereen beperkt

In diezelfde coronatijd, tijdens de lockdowns, had ik regelmatig online contact met mensen met een beperking. Het maakte niet uit of iemand rolstoelgebonden is, een verstandelijke beperking heeft of zich verplaatst met een blindenstok. Allemaal benoemden ze dezelfde gewaarwording: opeens zijn mensen met en zonder beperking gelijk. We kunnen allemaal nergens aan meedoen. Het grootste deel van Nederland heeft nu zelf ervaren hoeveel impact dit heeft. De hoopvolle vraag die we elkaar steevast aan het einde van zo’n online gesprek stelden: zal na de lockdown het besef dat een toegankelijke samenleving belangrijk is beklijven?

Gescheiden werelden

In mijn eerste blog vertelde ik al dat een beperking individueel is en dat de inrichting van de omgeving de mate bepaalt waarin een beperking daadwerkelijk een handicap wordt. Nu we weer volop met z’n allen aan het samenleven zijn, worden deze gescheiden werelden weer pijnlijk zichtbaar. Dat scheiden van de werelden van de beperkte en niet-beperkte mens, begint al in de kindertijd. Kinderen met een beperking – auditief, visueel, motorisch, verstandelijk, of een andere vorm gaan nog steeds vooral naar aparte scholen. Dat levert natuurlijk voordelen op: gespecialiseerde kennis, goede ondersteuning en minder kans op pesten. Toch is er een grote keerzijde: deze kinderen groeien gescheiden op van de rest van de samenleving. Zij krijgen onbewust de boodschap dat ze afwijkend zijn en er niet echt bij horen. Bovendien is het vinden van aansluiting bij buurtgenootjes buiten schooltijd lastig als je elke dag met een taxibusje vroeg wordt opgehaald en laat wordt thuisgebracht.

Wil je verder lezen? Lees het volledige blogartikel van April op bmc.nl.