Nieuwsbericht

Afwegingskader 1.0: Op weg naar een toegankelijke openbare ruimte; een reactie van Richard Boerop (Clafis)

Profielfoto van Kennisplatform CROW
24 februari 2022 | 3 minuten lezen

Een nieuw afwegingskader Op weg naar een toegankelijke openbare ruimte bevat handreikingen om de kwaliteit van de openbare ruimte in het donker voor ouderen en visueel gehandicapten te verbeteren.

Naar vereniging, familie, theater of café gaan is belangrijk om deel te kunnen nemen aan de maatschappij. Voor ouderen en mensen met een (visuele) handicap is dat niet zo makkelijk. Bartiméus, Signify, Silvur, Clafis, Visio, de Oogvereniging, ProRail, de gemeente Nijmegen en CROW hebben samen een afwegingskader gemaakt om dit voor deze doelgroep beter mogelijk te maken.

Het gaat niet om een marginale groep: in Nederland zijn momenteel ongeveer drie miljoen ouderen.
Die ouderen worden bediend met richtlijnen voor openbare verlichting (NPR) die is gebaseerd op  lichtbehoefte van de gemiddelde Europeaan van 23 jaar oud. Maar ouderen boven de 60 hebben een tot zesmaal hogere lichtbehoefte, negentigjarigen zelfs tot acht keer hoger. Mensen met een ziekte of handicap als maculadegeneratie hebben weer andere behoeften, maar een beter lichtbeeld is voor allen belangrijk. Richard Boerop van Clafis vertelt: ‘Het is een lastig onderwerp voor professionals. We zijn weliswaar dagelijks bezig met verlichting, maar niemand realiseert zich eigenlijk hoe die openbare ruimte in het donker door een substantieel deel van de bevolking wordt gezien, of beter gezegd: niet gezien.’

In Japan en Frankrijk is hier onderzoek naar gedaan. ‘Die onderzoeken zijn vooral gericht op meer licht, wat ook logisch lijkt. De collega’s stelden dat minimaal 25 lux en liever nog 40 lux nodig is om deze groep optimaal te faciliteren, maar dat staat heel ver van onze dagelijkse praktijk af. Willen we dit wel? En krijgen we daar wel draagvlak voor, bij gemeenten bijvoorbeeld?’

Bovendien is dit niet dé oplossing, want de problematiek is groter, ziet Boerop. ‘Mensen in deze doelgroep hebben ook problemen met verblinding (wat vooral speelt bij led-armaturen) en contrast (bij ouderen neemt de contrastgevoeligheid af). En het gaat om meer dan alleen verlichting: denk aan obstakels die her en der op straat staan – paaltjes, fietsnietjes, prullenbakken, banken – en om kleurgebruik met (te) weinig contrast. Om de doelgroep echt te faciliteren moet je dus veel meer aanpakken.’

Verder is het de vraag waar mensen hun blik op richten. Voor ouderen is het risico om te vallen groot; daardoor kijken ze minder om zich heen en meer voor zich om te voorkomen dat ze struikelen over een losse stoeptegel. ‘We moeten er daarom voor zorgen dat ze het looppad voor zich goed kunnen zien. Dat is niet alleen een kwestie van licht, maar ook van materiaal. En denk ook eens aan het effect van een plantenbak aan een lichtmast: wij zien een schaduw, maar visueel beperkten zien in plaats daarvan een gat en worden onzeker.’
En kijk naar adaptatie: zorg dat er geen harde overgang is van 30 lux bij de uitgang van een station naar 3 lux in de naastgelegen openbare ruimte. De adaptatietijd van ouderen is ook langer dan die van jongeren, in extreme gevallen wel tot een kwartier.

De conclusie is dat een andere aanpak nodig is om de doelgroep echt te faciliteren. Vanuit de verlichtingssector wordt alleen aan lux gedacht, aan de hoeveelheid licht per vierkante meter. Maar door donkere bestrating te vervangen door lichtere of reflecterende materialen krijg je meer licht terug en wordt de doelgroep gefaciliteerd, zonder dat je meer licht nodig hebt. En ook met een goede positionering van verlichtingsarmaturen faciliteer je je doelgroep al heel goed. ‘Het grote voordeel daarvan is dat het niks extra kost, ook geen extra energie of lichtvervuiling.’

De sleutel in het afwegingskader is dan ook: lichtontwerpers en inrichters van de openbare ruimte moeten met elkaar samenwerken. In het afwegingskader is het nieuwe begrip MPL geïntroduceerd, de Minimum Pad Luminantie. Als richtlijn wordt bij de inrichting van de openbare ruimte een obstakelvrije route met een breedte van minstens anderhalve meter en een minimum luminantie van 0,13 candela per vierkante meter gehanteerd.

Het is een kwestie van ‘zendingswerk’ om dit onder de aandacht te brengen. Boerop is optimistisch en verwacht dat dit wel gaat lukken: ‘Het gaat om de kwaliteit van de openbare ruimte. Ouderen zijn bovendien een doelgroep die voor detailhandel veel betekent, dus je wilt ze graag in de stad ontvangen en faciliteren.’

Klik hier voor het bekijken van de uitzending van OVLNL Kenniscafe 10 februari 2022 voor een uitgebreide toelichting van Richard Boerop.