Lopen is de meest gebruikte ‘modaliteit’ om van A naar B te komen. Ondanks dat lopen voor velen een vanzelfsprekendheid is stellen voetgangers zich (vaak onbewust) een aantal vragen om te bepalen of ze ergens wel of niet naartoe gaan lopen. Hierbij maken ze onderscheid tussen primaire vragen en secundaire vragen, waarbij de antwoorden op de primaire vragen bepalen of iemand kan gaan lopen en de antwoorden op de secundaire vragen bepalen of lopen langs die route ook comfortabel en prettig is. De vragen gaan uit van de meest kwetsbare groep, namelijk mensen met één of meerdere beperkingen. Als voor hen de route voldoet, is dat meestal voor iedereen zo.
Goede looproutes zijn essentieel voor mensen om gebruik te kunnen maken van de openbare ruimte. De factoren uitvoerbaarheid, toegankelijkheid, veiligheid, comfort en aantrekkelijkheid zijn bepalend voor de kwaliteit van een looproute.