Om ervoor te zorgen dat mensen op een juiste en toegankelijke manier gebruik kunnen maken van het OV is het van belang dat het rijdend materieel goed kan aansluiten op de fysieke infrastructuur. Voor de meeste modaliteiten zijn er landelijk en zelfs Europees afspraken gemaakt. Algemeen geldt dat het openbaar vervoer zoveel mogelijk toegankelijk moet zijn voor eenieder die hier zelfstandig gebruik van wil maken. Dit is vastgelegd in het VN-verdrag Handicap dat sinds 14 juli 2016 in werking is getreden. Daarnaast zijn veel afspraken vastgelegd in landelijk beleid.
In Nederland is door middel van bestuurlijke overeenkomsten afgesproken dat eind 2015 46% van alle bushaltes toegankelijk dient te zijn, zodat 78% van alle reizigers een toegankelijke reis kunnen maken. Hierbij wordt vooral aandacht geschonken aan de motorische en visuele toegankelijkheid. Dit houdt in dat haltes voldoende breed en op hoogte dienen te zijn, alsmede voorzien moeten zijn van geleide-lijnen.
Nederland kent vier tramsteden. Omdat elke stad vanuit de historie andere normen en eisen hanteert voor wat betreft trammaterieel is een eenduidige visie met betrekking tot toegankelijkheid lastig gebleken, ondanks het besef van urgentie bij alle partners.
Op dit moment zijn er geen normen en richtlijnen voor wat betreft tram en metro. In de meeste gevallen wordt verwezen naar TSI-PRM (Technical Specification Interoperability for Persons with a Reduced Mobility) die door de Europeese Uni iw opgesteld ten behoeve van de integratie van de Europese spoorwegnetten. Formeel gezien geldt deze specificatie dan ook alleen voor Heavy Rail.
Nederland kent twee metrosteden. Omdat elke stad vanuit de historie andere normen en eisen hanteert voor wat betreft metromaterieel is een eenduidige visie met betrekking tot toegankelijkheid lastig gebleken, ondanks het besef van urgentie bij alle partners.
Op dit moment zijn er geen normen en richtlijnen voor wat betreft tram en metro. In de meeste gevallen wordt verwezen naar TSI-PRM (Technical Specification Interoperability for Persons with a Reduced Mobility) die door de Europeese Uni iw opgesteld ten behoeve van de integratie van de Europese spoorwegnetten. Formeel gezien geldt deze specificatie dan ook alleen voor Heavy Rail
Voor wat betreft stations zijnde opstappunten voor treinen zijn europeese richtlijnen opgesteld. Daarnaast heeft ProRail in samenwerking met NS een aantal uitgangspunten opgesteld.
Voor on-demand opstapplaatsen zijn momenteel geen eenduidige richtlijnen opgesteld. Momenteel wordt wel gewerkt aan verwerkingsregels om inzage te kunnen geven aan de mate van toegankelijkheid voor taxi en klein materieel, inclusief de fysieke infrastructuur die hiermee gemoeid is.