Nieuwsbericht

Jaarlijkse rapportage over de naleving van het VN-verdrag handicap in Nederland 2021

Profielfoto van Kennisplatform CROW
3 december 2021 | 5 minuten lezen

In juli 2016 heeft de regering van Nederland het VN-verdrag handicap goedgekeurd. In het verdrag staat wat de regering moet doen om te zorgen dat iedereen mee kan doen. Zodat mensen met een beperking kunnen leven net als ieder ander. Op de Internationale Dag voor Mensen met een Beperking presenteert het College jaarlijks een monitorrapportage. De rapportage geeft inzicht in de stand van zaken rond de naleving van het VN-verdrag handicap. 

Jaarlijkse rapportage

Het onderwerp voor de jaarlijkse monitor is toegang tot hulpmiddelen in het recht op persoonlijke mobiliteit. In artikel 20 VN-verdrag handicap staat dat verdragsstaten alle effectieve maatregelen moeten nemen om de persoonlijke mobiliteit van personen met een beperking met de grootst mogelijke mate van zelfstandigheid te waarborgen. Dit moeten zij onder meer doen door “de toegang voor personen met een handicap tot hoogwaardige hulpmiddelen, -instrumenten, ondersteunende technologieën en vormen van assistentie en bemiddeling door mensen te faciliteren, onder meer door deze beschikbaar te maken tegen een betaalbare prijs” (artikel 20, onder b, VN-verdrag handicap). Het gaat hierbij om hulpmiddelen die mensen nodig hebben om zich te verplaatsen. Zoals een rolstoel of een aangepaste auto. Maar ook een blindengeleidehond, een blindenstok of een hoortoestel.

De keuze voor dit onderwerp van de jaarlijkse rapportage is gemaakt samen met mensen met een beperking en hun organisaties. Bij hen bestaat voor dit onderwerp, recht op persoonlijke mobiliteit, een groot draagvlak. De populariteit van de hashtag #RegelHet op social media in het najaar van 2019 illustreert dit. Mensen met een beperking moeten kunnen leven als anderen. Zij moeten zelf van de ene naar de andere plek kunnen komen, zoals werk, school of naar vrienden. En dit alles zoveel mogelijk zonder hulp van anderen, dit heet het recht op persoonlijke mobiliteit.   

De lezer van het rapport krijgt de optie om een uitgebreide- of begrijpelijke versie te downloaden van Monitorrapportage 2021. Deze laatste versie is geschreven vanuit het oogpunt van toegankelijkheid. De tekst is onder andere beknopter in hoeveelheid en aantal pagina's, heeft een groter lettertype, kent ondersteunende tekeningen en heeft minder afleidingen. Deze versie zal voor de meeste mensen waaronder ook veel mensen met een beperking goed leesbaar zijn. 
 

                                                 Jaarlijkse rapportage            Begrijpelijke versie    

Hulpmiddelen

Het gaat in het rapport over twee hoofd hulpmiddelen: mobilitietshulpmiddelen en ondersteunende techonologieën. Mobiliteitshulpmiddelen zijn hulpmiddelen die mensen nodig hebben om zich te verplaatsen, zoals bijvoorbeeld een rolstoel of een aangepaste auto. Onder ondersteunende technologieën worden hulpmiddelen verstaan die helpen tijdens het verplaatsen, zoals een hoortoestel waarmee je kunt horen of er auto’s aankomen of een blindengeleidehond die je waarschuwt voor een drempel.

In het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap staat onder andere genoemd dat: 

  1. Hulpmiddelen moeten toegankelijk zijn. Mensen moeten de hulpmiddelen makkelijk kunnen vinden. Informatie over het hulpmiddel moet begrijpelijk zijn.
  2. Hulpmiddelen moeten van goede kwaliteit zijn. Dat betekent dat het moet passen bij wat iemand wenst. Dit kunnen mensen vertellen in een gesprek. Een rolstoel moet makkelijk te repareren zijn. En een blindengeleidehond moet goede training hebben gehad.
  3. Er moet geld aan hulpmiddelen worden besteed.
  4. Hulpmiddelen moeten betaalbaar zijn.

Hieronder worden de punten toegelicht en uitgewerkt naar aanleiding van het rapport. 

Toegankelijke hulpmidddelen

In Nederland kun je hulpmiddelen krijgen per leefgebied. Dat betekent dat er wordt gekeken waar je het hulpmiddel gebruikt. Dat kan in je huis of zorginstelling zijn. Op je school of voor je studie. Of bij je werk. Voor elk leefgebied zijn afspraken gemaakt. En voor elk leefgebied zijn verschillende organisaties die de hulpmiddelen regelen, zoals zorgkantoren, zorgverzekeraars, gemeenten en UWV. Als je verhuisd naar een andere plek (buiten het leefgebied) gaat het hulpmiddel niet automatisch mee, omdat elke gemeente eigen afspraken heeft. Iemand die verhuist moet dan het hulpmiddel inleveren en opnieuw aanvragen. Een ander voorbeeld is een aangepaste auto als hulpmiddel voor studie moet bijvoorbeeld worden ingeleverd na het afronden en opnieuw aangevraagd worden voor werk. Soms krijgt iemand een ander model of krijgt zelfs geen aangepast vervoer meer. 

Ook zijn er veel plekken waar mensen informatie kunnen vinden over hulpmiddelen, zoals Regelhulp, Het juiste loket, de Hulpmiddelenwijzer en onafhankelijke cliëntondersteuning. Het aanvragen van hulpmiddelen is ingewikkeld en mensen weten niet altijd waar ze moeten zijn. Informatie over hulpmiddelen is vaak moeilijk te begrijpen. Ook wijzen gemeenten mensen vaak niet op de gratis onafhankelijke cliëntondersteuning. De cliëntondersteuner werkt niet voor een zorgorganisatie of gemeente. 

Advies van het College: 

  • Mensen moeten het hulpmiddel krijgen wat zij nodig hebben
  • Mensen hoeven het hulpmiddel niet steeds opnieuw aan te vragen
  • Het hulpmiddel blijft bij de persoon die het nodig heeft
  • In elk leefgebied
  • Ook bij het verhuizen naar een andere gemeente
  • Er moet één plek komen waar mensen hun hulpmiddel kunnen aanvragen.                                                                                                                            

Kwaliteit van de hulpmiddelen 

Het vinden en krijgen van een goed hulpmiddel is belangrijk, want als een rolstoel niet goed past kan iemand rug- of nekklachten krijgen. Ook een hoorapparaat dat telkens uit valt heeft geen zin. Er moet dus maatwerk worden geleverd om te kijken of een hulpmiddel bij iemand past. Mensen met een beperking ervaren dat er niet altijd goed naar hen wordt geluisterd en krijgen niet altijd het hulpmiddel wat ze nodig hebben. Vaak is er weinig keuze, wordt het hulpmiddel niet goed gerepareerd of moeten ze lang met een hulpmiddel doen terwijl er al betere hulpmiddelen bestaan. Gemeenten maken namelijk afspraken met bedrijven die hulpmiddelen maken. Gemeente bepalen zelf wat een 'goede' kwaliteit hulpmiddel. Mensen met een beperking hebben weinig inspraak. Het verbeteren van de kwaliteit van hulpmiddelen is niet bindend voor gemeenten en zorgorganisaties en dus ook niet verplicht worden hier aan te werken.  

Advies van het College: 

  • Gemeenten moeten overleggen met mensen met een beperking
    •  bij het maken van afspraken met bedrijven
    • en bij reparaties van hulpmiddelen 
  • De regering moet de toegankelijkheid van hulpmiddelen blijven controleren.                                                                                                                               

Betaalbaarheid van hulpmiddelen 

Mensen met een beperking moeten kunnen leven als anderen. Daarom hoeven ze hulpmiddelen die ze nodig hebben, niet helemaal zelf te betalen. Er zijn veel afspraken over het betalen van hulpmiddelen. Soms betaalt de zorgverzekering het hulpmiddel, maar vaak moeten mensen met een beperking een deel zelf betalen. Soms worden hulpmiddelen geleend in plaats van gekocht. Zo is het nu Het is voor veel mensen onduidelijk hoeveel zij moeten betalen. Het duurt vaak lang voordat ze dat weten. Dan gebruiken ze het hulpmiddel al voordat ze weten wat het kost en moeten zij plotseling veel betalen. Mensen die veel zorg nodig hebben betalen ook veel zelf en krijgen te maken met een 'stapeling van zorgkosten'. Zij betalen voor alles wat ze nodig hebben een deel zelf mee, dus voor een rolstoel, een aangepaste auto en een hulp in huis. Ze betalen dan drie keer mee! 

Advies van het College: 

  • De regering moet zorgen dat de kosten niet te veel opstapelen voor mensen die zorg nodig hebben
  • Gemeenten moeten beter kijken of mensen de hulpmiddelen kunnen betalen.

Tot slot

Participatie en autonomie zijn belangrijke grondbeginselen in het VN-verdrag handicap. Hulpmiddelen zijn voor mensen met een beperking cruciaal om zich, onafhankelijk van anderen, goed te kunnen verplaatsen. De bevindingen van het College laten zien dat het niet kunnen beschikken over een hulpmiddel, of het hebben van een hulp, mensen met een beperking ernstig kan belemmeren in hun participatie. Daarnaast heeft dit ook negatieve gevolgen voor het realiseren van andere rechten, zoals het recht op onderwijs en werk. Hoewel aanpassingen in wetgeving en beleid om de toegang tot hulpmiddelen te verbeteren een behoorlijke operatie kunnen zijn, moet hier niet voor worden weggelopen. Deze maatregelen vormen een essentieel onderdeel van de verdere implementatie en het tot uitvoering brengen van het VN-verdrag handicap.